In 2018 zijn we begonnen met het project Thermo Tokyo: Beat the Heat. Met als doel om Team NL zo goed mogelijk voor te bereiden op de Olympische Spelen van Tokio. Het project had vier verschillende doelen bij de start. En als eerste wilden we individueel temperatuurprofiel van iedere sporter opstellen. Om een temperatuurprofiel van de sporter vast te stellen, hebben we ze twee keer uitgenodigd op de klimaatkamer in Papendal. De eerste keer en een Hollands klimaat, 15 graden Celsius en 50% luchtvochtigheid, en de tweede keer in het Tokio klimaat: 32 graden en 75% luchtvochtigheid. Wat we vonden in deze studie is dat sporters zeer divers reageren op inspanningen in de hitte. Ook in het prestatievermogen zagen we zeer veel variatie, gemiddeld genomen verloren ze 27% van hun prestatie. En dat is natuurlijk ontzettend veel en onvoldoende om een medaille te krijgen. Dus ook hier als veel winst te behalen in de voorbereiding richting de Olympische Spelen. Vervolgens hebben we gekeken of dat er bepaalde sporters waren, of groepen van sporters, die meer at risk zijn voor de negatieve gevolgen van de hitte. En wat we daarbij vonden is dat op prestatieniveau, was de hitte voor iedereen van even grote invloed. Wat we wél vonden, is dat is dat duursporters over het algemeen een hogere kerntemperatuur hadden na afloop van de Tokio sessie, terwijl krachtsporters; die hadden een zwaardere thermische perceptie, dus die vonden het warmer aanvoelen. Een belangrijke oplossing is om in aanloop naar de spelen, is om te wennen aan de warmte; zogenaamde acclimatisatie. In het Thermo Tokio project hebben we gekeken of dat je door middel van een vijf dagen durende re-acclimatie, deze voordelen weer terug kan krijgen en of dat er verschil was tussen blootstelling en de klimaatkamer of een warm bad. Het goede nieuws is dat we een deel van die aanpassing inderdaad weer terug kunnen krijgen na vijf dagen, en dat we ook geen verschil zien tussen de klimaatkamer of een bad. Dus een sporter kan het op twee verschillende manieren toepassen, in aanloop naar of tijdens de Olympische Spelen in Tokio. Een andere belangrijke manieren om sportprestaties in de hitte te verbeteren is door te koelen. Dat kun je doen door voorafgaand aan inspanning, of ook tijdens inspanning. En met het consortium hebben we gekeken of dat we deze koeltechnologieën verder konden doorontwikkelen zodat we daar maximaal gebruik van kunnen maken. Het resultaat ligt hier naast mij op tafel en dit zijn de koelvesten die voor héél Team NL ter beschikking worden gesteld. We hebben ook gekeken of dat er voor specifieke programma's doorontwikkelingen nodig waren, zodat ze het in hun eigen setting beter konden toepassen. Een voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld voor de zeilers die dragen een zwemvest en die kunnen deze dus niet daaroverheen aantrekken. Als oplossing daarvoor hebben we dit koelvest gemaakt, wat ze dus aan de voorkant onder het zwemvest kunnen klikken en aan de achterkant ook tussen de wedstrijden kunnen bevestigen, maar ook makkelijker eruit kunnen trekken. Naast dat deze koelvesten dus door Team NL gebruikt worden, hebben we deze in de Corona pandemie ook ingezet in de zorg. Waarin in de topsport het koelvest koelt op 6,5 graden, is dat in het medische koelvest op een veel hogere temperatuur: op 21 graden. Dat is veel comfortabeler en passender bij deze werkzaamheden, en daardoor werkt het koelkast ook wat langer en kan het tot drie uur lang koeling bieden bij zorgactiviteiten. De resultaten van het project zijn niet alleen wetenschappelijk van belang, maar hebben denk ik ook een enorme maatschappelijke waarde, omdat we alle bevindingen en inzichten hebben gedeeld met betrokken coaches, sporters en teams, en die hebben dit ook opgepakt en ook verwerkt in hun voorbereiding richting de Olympische Spelen van Tokio.