Science opens up to Society gaat over een transitie die de wetenschap al een aantal jaren doormaakt om meer open te zijn met name naar de maatschappij. En daar zitten verschillende begrippen onder open naar de praktijk de sportpraktijk, open naar de maatschappelijke ontwikkelingen, open naar innovatie open naar andere sectoren die een rol kunnen spelen. Dus dat is een hele mooie samenvatting van de transitie die de wetenschap doormaakt. Ik denk dat science de society moet ondersteunen. We gaan nog een gemeenschappelijk verlangen om grote maatschappelijke problemen op te lossen en het gaat om het vertrouwen om dat samen te doen. Een voorbeeld van praktijkgericht onderzoek is living lab waarbij je wijk of een zorginstelling of een school adopteert als onderzoekers. Waarbij we echt andere inzichten opdoen dan in een laboratorium setting bijvoorbeeld. dus we krijgen echt kwalitatieve informatie van die bewoners, van die cliënten, die we anders niet hadden gekregen. Hoe onderzoek steeds meer tot stand komt en waar we eigenlijk naartoe willen is dat het natuurlijk begint bij maatschappelijke problemen problemen die mensen In de praktijk ervaren en daar een oplossing voor willen. Maar als je het hebt over kennisontwikkeling zijn er meerdere partijen die samen naar die oplossingen zoeken. Dat is niet alleen de praktijk, dat is het bedrijfsleven, dat zijn kennisinstellingen en dat is overheid bijvoorbeeld. Het voordeel van het werk op deze manier, dus in de quadruple helix. Is dat de innovaties die we ontwikkelen, kennis die we ontwikkelen eigenlijk veel beter land in de praktijk. En op die manier hebben we impact op het onderwijs maar ook in de praktijk en ook op de wetenschap. Als je Samen bedenkt welke waarde je hier kan hebben met het onderzoek dan krijg je ook meer dat ze mee gaan doen en samen meedoen maakt ook dat het onderzoek voor ons boeiender wordt. Want je hebt het gevoel en het besef dat je aan iets belangrijks bijdraagt Ik denk wat wij in Nederland goed doen in het domein sport en bewegen. Dat we de wereld van de WO, het wetenschappelijk onderwijs en het HBO, dat we goed met elkaar samen werken. En dat de beroepsgroepen, MBO de studenten die worden opgeleid in het domein sport en bewegen. Dat dat tot op heden nog een vergeten groep is in deze samenwerking. Dus we moeten het MBO absoluut betrekken. Want dat zijn uiteindelijk de professionals die met de voeten in de klei al die prachtige interventies en die programma's om bewegen te stimuleren in Nederland moeten uitvoeren en begeleiden. Partijen waarmee je Samen moet werken of zou willen samenwerken hangt natuurlijk af van het probleem en ik sta voor een verticale samenwerking en een horizontale samenwerking. Verticaal dan denk ik aan universiteit, HBO, MBO. Maar horizontaal denk ik aan alle verschillende disciplines. Bijvoorbeeld als we kinderen in beweging willen hebben, dan is game based interventie. Is erg belangrijk. Maar daar heb je ICT voor nodig of misschien zeggen we wel big data science. en dan heb je mensen nodig die bijvoorbeeld algoritmes goed kunnen analyseren. Dus afhankelijk van het probleem ga je op zoek naar welke disciplines je nodig hebt. En probeer je uiteraard met elkaar een taal te spreken zodat er een oplossing gevonden wordt. Door onze kennis en krachten te bundelen maar echt nog meer vraaggestuurt aan de slag te gaan. Hoop ik dat we echt meer inzichten krijgen, aangrijpingspunten krijgen om mensen in beweging te krijgen. Zodat we uiteindelijk iedereen in beweging krijgen. Dus van jong tot oud, met en zonder beperking in achterstandswijken, overal. Om meer, beter en slimmer te bewegen uiteindelijk als Nederlander van jong en oud hebben we kennis nodig en hebben onderzoek nodig. En daarom moeten we met de diverse partijen gaan samenwerken om structureel die kennis dus ook daadwerkelijk beschikbaar te maken voor iedereen.