Het tijdspad tussen het begin van een klinisch onderzoek en het kunnen toepassen van de resultaten is vaak lang. Je gaat gericht op zoek naar een behandeling of therapie. Je gaat dit toetsen en later testen op patiënten. En pas als de resultaten voor de korte en langere termijn bekend zijn kun je beginnen met de ontwikkeling en de toepassing.Maar er is al heel veel onderzoek gedaan, en er is een schat aan informatie te halen uit bestaande behandelingen. Als je dit goed weet te gebruiken boek je een enorme tijdswinst. Prof. dr. F.W. Asselbergs onderzoekt wat de onderliggende processen zijn die nieuwe complicaties na een hartaanval kunnen veroorzaken. Hij doet dit op basis van de bestaande data van 260.000 hartpatiënten. Zijn ideaalbeeld is dat er door middel van het delen van real-life data een cyclus van continue verbetering in de zorg ontstaat: een Learning Healthcare system. Een situatie waarin onderzoeker en behandelaar hand-in-hand samenwerken, en op basis van bestaande data snel kunnen voorspellen of een medicijn of behandeling wél of niet gaat werken in een specifieke situatie. Dit kan alleen als data efficiënt wordt gedeeld tussen onderzoeker en behandelaar. En dat gebeurt lang niet altijd. Een belangrijke factor hierin is vertrouwen. Vertrouwen in elkaar en in elkaars data. Door het oprichten van een consortium van nationale en internationale wetenschappers is een basis gelegd voor het opbouwen van een vertrouwensband. Het is natuurlijk ook belangrijk dat je dezelfde taal spreekt. Je moet afspraken maken over hoe je data verzamelt, vastlegt en aanlevert, anders kunnen ze niet worden vergeleken. Om te voorkomen dat vertrouwelijke data van patiënten rond gaat zwerven wordt onderzoek lokaal uitgevoerd. Dit betekent dat er een stukje code wordt opgestuurd naar de leden van het consortium. Deze code wordt “losgelaten” op hun eigen – lokale - database, en de resultaten worden geanonimiseerd teruggestuurd. In eerder onderzoek kwam daaruit naar boven waarom bij de ene patiënt wel en bij de ander geen hartfalen of andere complicatie na een hartaanval ontstaat. Meer recent wordt onderzocht wat voor impact risico factoren en bestaande hartziekten hebben op patiënten met een COVID besmetting. Met het oprichten van het consortium en 64 onderzoeksgroepen die deze database bestuderen is een begin gemaakt met het verder ontwikkelen van een persoonsgerichte medicatie of behandeling. Uiteindelijk kan dit een vermindering van zorgkosten opleveren en voorkomen van overbehandeling en daarmee bijwerkingen. Om in de toekomst nog meer vruchten te kunnen plukken van dit soort onderzoek is een bredere maatschappelijke discussie nodig, waarin gevoelige onderwerpen als privacy, regelgeving en ethiek worden besproken. Met goede voorlichting en educatie kunnen taboes wellicht worden doorbroken. De bewustwording van patiënten dat het delen van hun data kan leiden tot een betere en betaalbaardere zorg is hierbij belangrijk. Het doen van onderzoek op basis van real-world data biedt ontzettend veel mogelijkheden. Bevolkingsgroepen die normaal gesproken niet meedoen aan klinische trials komen nu ineens in zicht, waardoor je onderzoek representatiever wordt. En je kunt heel gericht kijken naar combinaties van behandeling en patiënt. Hoe meer data je koppelt, hoe rijkere resultaten deze praktijk gestuurde onderzoeksmethode levert. Door in dit onderzoek in de toekomst naar nog meer bronnen te kijken, kun je nog betere zorg op maat leveren. Denk hierbij aan ziekenhuisdata, wearable data en natuurlijk input van patiënt zelf. Dhr. Asselbergs heeft in 2010 een Klinische fellowsubsidie ontvangen van ZonMw. Dit gaf hem in de beginfase van het onderzoek een onmisbaar steuntje in de rug. In april 2021 ontvangt hij de ZonMw Parel voor het opzetten van het internationale consortium en de database die daarmee beschikbaar is gekomen.