We zijn hier nu in Arnhem, in de Coehoorn, met consortia bij elkaar gekomen, die allemaal samenwerken in het programma ‘Maak ruimte voor gezondheid’. ZonMw geeft subsidie aan regionale consortia die samenwerken met praktijk en beleid. En om achter te komen hoe je een buurt of wijk zo kunt inrichten dat de bewoners daar gezonder gaan leven. Het gaat om vragen als: In een nieuwe wijk hoe houd je dan rekening met dat iedereen mee kan doen? Inclusief of sociaal ontmoetingen stimuleren, eenzaamheid verminderen, meer bewegen. Specifiek voor groepen die dat minder doen. Hoe richt je een parkje in, zodat mensen elkaar daar meer gaan ontmoeten of echt gebruik van maken? In de verschillende regio’s komen de consortia 2 à 3 keer bij elkaar voor een leernetwerkbijeenkomst waarin ze uitwisselen waar ze nu staan en elkaar inspireren en verder helpen. We zijn met 7 consortia aan de slag, die allemaal onderzoeken in hun eigen context: in grote steden, platteland, hoe daar een gezonde leefomgeving kan worden vormgegeven. En hoe dat echt ook bijdraagt aan de brede gezondheid van de bewoners. Vandaag hadden we een interactieve dag. We hebben het aantal presentaties tot een minimum beperkt en wel die uitwisseling gehad. We hebben bewust gestuurd op een interactief programma. We hebben s’ochtend met 7 tafels de hulpvragen die iedereen had bediscussieerd. Vanmiddag hebben wij een aantal plekken bezocht hier in Arnhem. In ons project gaan we vooral kijken hoe we kwetsbare inwoners van wijken kunnen bereiken via het groen. Sommige groepen hebben veel minder toegang tot groen dan anderen. Dus in dit project is het heel belangrijk om dichtbij de wensen en behoefte van de burgers te komen. En te zorgen dat de wijken en steden gaan vergroenen om daarmee de gezondheidsverschillen uiteindelijk te verkleinen. We werken vooral samen met verschillende groepen mensen omdat we zien dat de mensen vanuit het groene domein en van et gezondheidsdomein elkaar nog niet zo veel ontmoeten. En de mogelijkheid binnen dit project is om ze meer bij elkaar te brengen. En dat ze ook over en weer zien dat heel veel van de sociale aspecten kunnen opgelost worden in het groen en andersom dat het groen heel veel kansen biedt voor sociale ontmoetingen en dingen samen doen. Dus daarom proberen we die verschillende gebieden bij elkaar te brengen. In het project 'Space2move' proberen we ruimte en bewegen aan elkaar te koppelen. In 2021 gaat de omgevingswet in en daarin staat als doel ‘De gezonde leefomgeving’. Maar wat is dat nou die gezonde leefomgeving? En wij kijken specifiek naar het bewegen in die gezonde leefomgeving. Want we weten dat veel bewegen gezond is voor je lijf en je leden, ook op lange termijn, om allerlei chronische ziekten te voorkomen. Iedereen moet boodschappen doen, iedereen moet naar z’n werk. En wat wij willen doen is kijken, kun je die mensen die te weinig bewegen stimuleren door hun dagelijkse leefomgeving te verbeteren. De fysieke leefomgeving daar zijn heel veel partijen bij betrokken. Provincie, gemeenten, maar ook woning corporaties, gebiedsontwikkelaars. Wij werken met al die partijen samen, omdat zij over die ingrepen in Maar ook met partijen vanuit de markt. Allerlei partijen zijn betrokken bij die leefomgeving. En uiteindelijk proberen we het ook samen met de GGD concrete adviezen, zodat het ook allemaal gaat landen in die fysieke leefomgeving. Zodat mensen meer gaan bewegen. Ik vond het heel erg inspirerend. Ik vond het ook erg leuk om te weten welke consortia allemaal meedoen. En ook om te merken dat voor een heel groot deel overeenkomt met waar wij in ons onderzoek of project tegen aan lopen. Vanmiddag hebben we veel terug gehoord van andere deelnemers, dat ze vooral de praktische oefeningen en de interactie met de ontwikkelaar of met het buurtgroen bedrijf. Dat dat dan ook heel aansprekend is om daarover open van gedachten te wisselen. Wat mij in ieder geval erg is bijgebleven is: dat je niet zo zeer moet focussen op het maken van keuzes, maar dat je juist opzoek moet gaan naar het maken van slimme combinaties. We zijn heel erg opzoek naar hoe kunnen we nou zo’n interventie koppelen aan wetenschappelijk onderbouwing. Om dus echt te kunnen zeggen welke interventies nou bijdragen aan die gezonde omgeving en die gezonde stad. We zijn een beetje huiverend voor wat de burger wil. Weet die überhaupt wat die wil? En ik denk dat dat toch wel heel erg cruciaal is straks bij interventies die we willen gaan doen op de openbare ruimte in groen gebied. En wat je eigenlijk ziet is dat er heel veel goede ideeën zijn. En dat we nu die wetenschappelijke onderbouwingen steeds meer een plekje moeten geven.