Dit is een vodcast van IPLO (Informatiepunt Leefomgeving) de video duurt ongeveer 24 minuten en 42 seconden. In de video zijn twee sprekers: Stephan Stikdonk en Joyce Boes. Logo Informatiepunt Leefomgeving, kenniscentrum van de overheid. Een wit vlak met daarop de tekst: "Slim uitvragen. Betere check. Inzichten en tips voor betere vragen in het Omgevingsloket. Aflevering: Toelichtingen - deel 1." Stephan en Joyce zitten aan een tafel. STEPHAN: "Welkom bij de tweede aflevering van de vodcast 'Slim uitvragen, betere check'. In de eerste aflevering hebben we gekeken naar samengestelde vragen. En we hebben laten zien dat het beter is om één ding tegelijkertijd uit te vragen. Wat gaan we deze keer behandelen, Joyce?" JOYCE: "Ja Stephan, vandaag gaan we het hebben over toelichtingen bij de vraag. Een toelichting bij een vraag is een belangrijk hulpmiddel om een gebruiker te helpen om die vraag beter te kunnen beantwoorden. Met een toelichting bij een vraag kun je duidelijk uitleggen wat je precies met de vraag bedoelt. Of je kunt bijvoorbeeld voorbeelden opnemen, van situaties die een gebruiker herkent en daarmee helpen om de vraag beter te kunnen beantwoorden." STEPHAN: "Dat klopt. Maar aan de andere kant kun je gebruikers er ook mee overweldigen, waardoor ze afhaken, de tekst niet meer lezen. En misschien de antwoorden wel gewoon gaan gokken. Of als de informatie niet praktisch genoeg is en niet aansluit op de situatie van de gebruiker dat mensen er onzeker van worden en daardoor misschien juist fouten gaan maken." JOYCE: "Dus eigenlijk begrijp ik het dat een toelichting een belangrijk hulpmiddel is maar als je het niet goed gebruikt, dan kan het ook heel veel schade opleveren. Wat heb je daarvan teruggezien in de gebruikersonderzoeken, Stephan?" STEPHAN: "Laten we even naar twee fragmenten kijken van twee mensen die verschillend omgaan of eigenlijk verschillend reageren op toelichtingen." JOYCE: "Oké." Een wit vlak met de tekst: "Videofragment 1, participant 1. Gebruiksonderzoek 24 april 2025." Met daarboven het logo van Omgevingsloket Beta. Stephan zit in een videovergadering met Toos, ze nemen rustig de tekst door die op het scherm te zien is. Vraag toelichting: Is een asbestinventarisatierapport vereist? Kut u deze vraag niet beantwoorden? lees dan de toelichting hier onder. Een asbestinventarisatierapport is niet altijd vereist. Alleen in de volgende situaties hoeft geen asbestinventarisatierapport te worden opgesteld. A. In de volgende gevallen kan worden volstaan met een schriftelijke verklaring dat geen asbest aanwezig is. - Een schriftelijk bewijsstuk dat aantoont dat het te slopen bouwwerk op of na 1 januari 1994 is gebouwd. - Een schriftelijke verklaring van de bouwer van het te slopen bouwwerk dat in het te slopen bouwwerk geen asbest is toegepast. Voeg ook een schriftlijke verklaring toe (van de aanvrager) dat na de bouw geen veranderingen zijn aangebracht. -Een schriftelijke verklaring van de fabrikant of de leverancier dat het te slopen materiaal geen asbest bevat. Voeg ook een schriftelijke verklaring toe (van de aanvrager) dat het materiaal van deze fabrikant of leverancier afkomstig is. Voeg deze schriftelijke verklaring toe als bijlage bij deze melding. TOOS: "We zullen in dit geval geen verklaring hoeven toe te voegen. Geen invitarisatierapport onder de 35 vierkante meter. Het wordt niet bedrijfsmatig gedaan." Een wit vlak met daarop de tekst: "De toelichting wordt nauwkeurig gelezen en begrepen." Met daarboven weer het logo van Omgevingsloket Beta. De tekst veranderd naar: "Videofragment 1, Participant 2. Gebruikersonderzoek 24 april 2025." Stephan zit in een videovergadering met Gibran, ze lopen de vragen op het scherm langs. GIBRAN: "Is er een asbest interventie. Ik dacht het niet." Een wit vlak met daarop de tekst: "Gebruiker geeft antwoord zonder de hele toelichting te lezen." Met daarboven het logo van Omgevingsloket Beta JOYCE: "Wat een verschil zegt, de één duikt er helemaal in en de ander die geeft eigenlijk heel snel antwoord op de vraag zonder de toelichting überhaupt open te klikken." STEPHAN: "Ja, je zag echt een mooi contrast tussen deze twee participanten. De eerste persoon, Toos, die zou je kunnen noemen een precieze puzzelaar. Dat zijn mensen die willen gewoon het naadje van de kous weten. Die lezen alle toelichtingen, alle tekst. En die willen gewoon het goede antwoord geven. En daar ook zeker van zijn dat het klopt. De tweede persoon, Gibran, dat is meer een doelgerichte doener. Dus dat zijn mensen die zoeken eigenlijk de weg van de minste weerstand en die gaan eigenlijk meer van hun intuïtie uit. En die zoeken een antwoord wat goed genoeg is. En gaan daarmee verder en neem dat accepteren dat." JOYCE: "Oh, maar ik herken mezelf wel echt als een Gibran, denk ik. Ik ben ook een doelgericht te doener." STEPHAN: "Ja, dit zijn inderdaad echt twee soort denkstijlen. Die we heel duidelijk bij mensen zien terugkomen. Maar eigenlijk doet iedereen ook wel allebei een beetje. Dus tuurlijk hebben mensen de neiging om weer precies te zijn of meer doelgericht. Maar iedereen is wel eens een precieze puzzelaar en iedereen is wel eens een doelgericht doener afhankelijk van de situatie. En dat wil ik graag even uitleggen. Stephan en Joyce staan voor een groot scherm met daarop uitleg over verschillende systemen. JOYCE: "Oké Stephan, we staan hier voor het scherm. Ik zie systeem 1 en systeem 2. Kan je me er iets meer over vertellen?" STEPHAN: "Systeem 1 en systeem 2 staan eigenlijk voor twee verschillende denkstijlen. Dat zijn twee denkstijlen die we allemaal gebruiken gedurende dag. Systeem 1 is eigenlijk het systeem wat we het meest gebruiken. Dat zijn situaties waar je bekend mee bent. Je weet wat je moet doen, wat de beslissing moet zijn. Dus dat kan je op een intuïtief niveau, hoef je verder niet bewust over na te denken. Het gaat lekker snel. Het is makkelijk, het kost niet zoveel energie. Het is goed voor simpele beslissingen, maar het kan ook foutgevoelig zijn. Omdat je dus niet expliciet alles gaat beredeneren. Systeem 2 is wat we gebruiken als we in een nieuwe situatie zijn of nieuwe informatie hebben. En we alles even op een rijtje moeten zetten. En dat we dus expliciet moeten gaan beredeneren. Het is ook een stuk langzamer, dat spreekt denk ik voor zich. En het is ook een stuk inspannender. Dus je moet echt een hoop mentale energie besteden. Om het tot een goed eind te brengen. Je kunt complexere redeneringen maken. En als het goed is, is het ook betrouwbaarder als je alle informatie goed op een rijtje hebt gezet en de conclusie hebt getrokken." JOYCE: "Ik hoor je zeggen systeem 2 en betrouwbaarder. Hoe kan ik dat nou gebruiken als regelanalist? Moet ik dan bijvoorbeeld zorgen dat ik alle toelichtingen bij de vragen altijd in beeld toon zodat ik iemand wel dwing om die informatie te lezen?" STEPHAN: "Dat lijkt een hele logische gedachte. Als systeem 2 betrouwbaarder is, je kunt beter redeneren, waarom zorgen we of dwingen we dat eigenlijk niet af? Het probleem is dus vooral dat het inspannend is, dus het kost heel veel energie. En dat bijvoorbeeld als we mensen heel veel lappen tekst laten zien, veel informatie dan weten we ook dat het voor heel veel mensen intimiderend is. En die krijgen gewoon een onderbewuste schrikreactie, stressreactie, en dan krijgen we de bekende vecht- of vluchtreflex. En de mensen die vluchten, dus die zoiets hebben van 'ik heb hier even geen zin in om dit helemaal door te lezen' Die vallen dan juist terug op systeem 1. Dus die denken van 'ik heb geen zin in deze informatie'. Wat lijkt me het meest logische antwoord en door. Die willen het gewoon achter zich laten. De mensen die gaan vechten, die het gevecht aangaan. Die moeten dus al die informatie doorakkeren, en besteden in dat proces dus heel veel mentale energie. En het gevolg kan zijn dat ze zo vermoeid raken in dat proces. Dat ze in de stappen daarna, de vragen daarna, eigenlijk niet meer genoeg uithoudingsvermogen hebben om dat tot een goed eind te brengen. En dat ze zoiets hebben van (zucht). Dat ze dus ook gaan afraffelen, want ze zijn gewoon te moe. Of dat mensen de handdoek in de ring gooien en zeggen van oké, ik laat het even voor wat het is, JOYCE: "Oké, duidelijk. Vluchten of vechten. Ik ben eigenlijk wel heel benieuwd hoe dat er dan in de praktijk uitziet." STEPHAN: "Laten we even naar een paar fragmenten kijken van Toos en Gibran." Een wit vlak met daarop de tekst: "Videofragment 2, Participant 1. Gebruikersonderzoek 24 april 2025." Daarboven het logo van Omgevingsloket Beta. Daarna komt de context van de volgende fragmenten in beeld. Beeldtekst: Vraag met toelichting. Wat is de kadastrale gemeente van de locatie van de werkzaamheden aan het (onderdeel van het) bouwwerk? Waar kan ik de kadastrale gemeente van een locatie vinden? Volg onderstaande stappen om het kadastrale perceel nummer te vinden. - Ga naar https://app.Pdok.nl/viewer/. - Vul linksboven het adres van uw locatie in. - Zoom in op de kaart tot minstens 1:1500. (staat onderin in het midden van het beeld.) - Klik op 'Beheer kaartlager'. - Zoek op 'kadastrale kaart'. - Klik onder 'kadastrale kaart' op 'perceel'. - Selecteer het gewenste perceel op de kaart. - Klik rechts onder in beeld op de knop 'Object informatie'. - Scroll naar beneden en neem de gegevens over die staan bij 'kadastralegemeentewaarde'. TOOS: "Het zal gewoon onder Rotterdam vallen. Met alle samenvoegingen van gemeentes is dit natuurlijk wel een logische vraag. Hier naartoe gaan? Om de check te doen?" [Video wordt versneld afgespeeld] "Nou hier zou ik dus zelf helemaal iebelig van worden. Ik zou zeggen tegen mijn partner en jij mag nu verder. Dus dat gaat niet echt heel makkelijk. Dus ik zou echt op dat moment denken van, en nu niet." Wit vlak met de tekst: "Na 5 minuten zoeken zou ze het opgeven." Met daarboven het logo van Omgevingsloket beta. GIDRAN: "What the hell? Okay." [Video wordt versneld afgespeeld] "Grappig. Zoveel tijd kost het ook weer niet." Wit vlak met de tekst: "Na vijf minuten is het gelukt de informatie te vinden." Met daarboven het logo van Omgevingsloket beta. Stephan en Joyce zitten weer aan tafel. JOYCE: "Wat zag er weer nu eigenlijk gebeuren, Stephan?" STEPHAN: "Wat Toos hier expliciet zei, is iets wat we heel vaak zien gebeuren tijdens gebruikerstesten. Namelijk dat na een serie van complexe vragen of informatie, mensen gewoon eigenlijk mentaal niet meer verder willen. Omdat ze gewoon afhaken. We hebben gewoon een beperkte hoeveelheid mentale energie. Dat is gewoon een hard gegeven. Natuurlijk, sommige mensen hebben iets meer uithoudingsvermogen, sommigen iets minder. Maar we hebben allemaal een grens. Die grens is eigenlijk net zo hard als dat je een muur zou hebben waar mensen overheen moeten klimmen. Als die muur maar hoog genoeg is, dan gaan mensen gewoon niet verder. En met complexiteit van informatie is het eigenlijk precies hetzelfde. Dus bij het maken van vragen- en vragenbomen moeten we daar gewoon bewust van zijn dat we die niet oneindig complex of uitgebreid kunnen maken, want dan haken mensen gewoon af. En we zien dus dat met iedere extra vraag of toelichting of stukje informatie, dat die batterij sneller wordt leeggetrokken. JOYCE: "Oké, duidelijk. Maar als regelanalist voeg ik juist informatie in die toelichting toe om te zorgen dat er een grotere kans is dat iemand het juiste antwoord gaat geven. En als ik jou goed begrijp is dat als ik mensen overlaad met informatie, dat de kans eigenlijk veel groter is dat mensen het verkeerde antwoord gaan geven." STEPHAN: "Ja, dat ze het gaan afraffelen en het verkeerde antwoord geven of simpelweg ophouden." JOYCE: "Oké. Hoe zou ik dat dan beter kunnen doen? Laten we nog eens even teruggaan naar de vraag en de toelichting in het eerste fragment wat we zagen met Toos en Gibran over het aspestinventarisatierapport, en kijken hoe we die toelichting zouden kunnen verbeteren, zodat die mentale batterij niet zo snel wordt leeggetrokken." Stephan en Joyce staan weer voor het grote scherm. "Oké Stephan, we staan hier voor het scherm en op het scherm is een vraag te zien: 'is een asbestinventarisatierapport vereist', met de antwoorden 'ja' en 'nee'? Daaronder staat een toelichting. Die toelichting hebben we even ingeklapt omdat die anders absoluut niet op het scherm paste. Wat maakt deze vraag en die toelichting nou zo lastig?" STEPHAN: "Eerst wil ik even kijken gewoon puur naar de textuele kant van de zaak. De vraag is: 'is een asbestinventarisatierapport vereist?' Puur qua taal is deze vraag positief geformuleerd. Als je kijkt naar de toelichting, daar staat: 'alleen in de volgende situaties hoeft geen asbest inventarisatierapport' 'te worden opgesteld.' Deze is negatief geformuleerd. Dus afhankelijk van of je de vraag leest of de vraag in de toelichting, betekenen ja en nee iets anders. Dus dit is iets wat je eigenlijk wil voorkomen. Je wil eigenlijk dat of je nou de vraag leest, zeg maar, in de vraag of in de toelichting, dat 'ja' en 'nee' hetzelfde betekenen. Hoe je dit ook wat minder foutgevoelig kan maken, wat robuuster, is eigenlijk een trucje wat we al in de eerste aflevering hebben laten zien. Namelijk dat je 'ja' en 'nee' betekenis geeft. Dat je het inhoudelijk begrijpelijk maakt. Dus dan kunnen we zeggen. 'Ja, er is een rapport nodig' of 'Nee, er is geen asbestinventarisatierapport nodig'. Op die manier hoef je niet meer te gokken wat ja of nee betekent, maar het is direct duidelijk wat het betekent." JOYCE: "Oké. En als we dat dan hebben aangepast, is het probleem hiermee dan opgelost?" STEPHAN: "Helaas is het probleem hier niet mee opgelost. Op het scherm hebben we de vraag hierbovenin. En onderin hebben we de toelichting, die hebben we opgeknipt in drie stukken, want anders past ze die niet op het scherm. En ja, de vraag, is een asbestinventarisatierapport vereist? Die is natuurlijk alleen maar te beantwoorden als je de regelgeving kent, omtrent dit onderwerp. En dat is natuurlijk bijna niemand, dus 99% van de gebruikers zal die hele toelichtingen moeten doornemen. Dus eigenlijk zou ik dit eigenlijk een soort ijsbergvraag willen noemen. Er is alleen maar een heel klein stukje zichtbaar. Maar eigenlijk moet iedereen hem uitklappen, en dan komt het hele stuk van de vraag tevoorschijn die onder de waterlinie zit, die toelichting. En iedereen moet die toelichting helemaal gaan doorakkeren. En in die toelichting zit dus allerlei logica, allemaal een soort van als-dan constructies, een soort beslisboom om te bepalen of het antwoord 'ja' of 'nee' is, voordat je deze vraag kunt beantwoorden. Maar Joyce, waarom vragen we deze vraag op deze manier? JOYCE: "De oorzaak daarvan ligt eigenlijk vast in de regelgeving. Als je een bouwwerk gaat slopen, dan kan daar asbest bij vrijkomen. Dat is gevaarlijk als dat in de lucht komt. Dat willen we niet. En daarom is een onderzoek nodig. En dat heet een asbestinventarisatieonderzoek. Maar zo'n onderzoek is niet altijd nodig. En om te kijken hoe dat nou precies zit, moeten we eigenlijk één stukje dieper de regelgeving induiken. Op het scherm zie je een artikel uit het Besluit Bouwwerken Leefomgeving. En in dit artikel is opgenomen wat je als ... gebruiker allemaal aan moet leveren bij een sloopmelding. Als regelanalist vertaal je eigenlijk de juridische regels in vragen in het loket. Dus wat we gedaan hebben is deze regel waarin staat 'als op grond van artikel 79 een asbestinventarisatierapport is vereist' Dan moet je dat toevoegen bij de melding. En dat hebben we vertaald in de vraag 'Is een asbestinventarisatierapport vereist?' Ja of nee? En die uitzondering uit artikel 79 gaat eigenlijk over wanneer zo'n onderzoek niet nodig is. Laten we daar ook nog even naar kijken." STEPHAN: "Oké." JOYCE: "Op het scherm zie je artikel 79. Artikel 79 zegt iets over wanneer zo'n asbestinventarisatieonderzoek nodig is. Aan de andere kant van het scherm zie je drie onderdelen uit de toelichting bij de vraag die in het loket staat. En ik snap dat dit heel veel tekst is en dat je dat misschien niet helemaal kan lezen. Maar ik wil het vooral gebruiken om verbanden te schetsen tussen de regelgeving en de vraag in het loket. Als eerste in het artikel is opgenomen wanneer die asbestinventarisatieplicht niet van toepassing is. En eigenlijk een opsomming wanneer je dus geen onderzoek hoeft te doen. En die zagen we eigenlijk net in die vorige sheet ook al terugkomen, waarin we lieten zien dat we in de toelichting opsomden wanneer geen asbestinventarisatierapport nodig was. Verder zie je eigenlijk in die hele opsomming van voorwaarden drie situaties terugkomen. Als eerste een situatie dat het bouwwerk in 1994 is gebouwd. Toen mochten we namelijk geen asbest meer gebruiken en die komt terug in onderdeel A van de toelichting bij de vraag. Daarnaast is er een situatie dat er wel asbest in het bouwwerk zit, maar dat het eraan ligt wie het gaat weghalen. Als het een bedrijf is die het gaat weghalen hebben we een ander onderdeel die bepaalt wanneer zo'n onderzoek nodig is. En dat hebben we opgenomen in onderdeel B van de toelichting bij de vraag. Dan de situatie dat een particulier het weg gaat halen, die hebben we opgenomen in onderdeel C van de toelichting bij de vraag. STEPHAN: "Ja, ik zie eigenlijk dat die regelgeving min of meer één op één is overgeheveld naar de toelichting in de vraag. Je ziet gewoon een soort direct verband." JOYCE: "Ja, dat klopt helemaal. Ik denk dat dit wel een heel mooi voorbeeld is van een vraag en toelichting die is opgesteld vanuit het perspectief van de regelgeving. En niet vanuit het perspectief van een gebruiker. Een gebruiker, een burger die een schuur wil slopen, waar misschien asbest in zit en die daarvoor een melding moet doen." STEPHAN: "Ja, en dan dus deze hele toelichting die eigenlijk gewoon een weergave is van de regelgeving, moet lezen, interpreteren. En vervolgens moet toepassen op zijn eigen situatie, zijn eigen specifieke situatie. En ja, dan moeten we maar hopen dat ze alle logische verbanden en alle mitsen en maren goed meenemen en tot een goed antwoord komen. Er is natuurlijk een hele grote kans dat je in deze wirwar van regels een verkeerde afslag neemt en tot het verkeerde antwoord komt." JOYCE: "Ja, dat willen we eigenlijk niet. Laten we eens kijken hoe we dat kunnen verbeteren." STEPHAN: "Oké." JOYCE: "Op het scherm zie je aan de linkerkant de vraag met de toelichting bij die vraag zoals die in het loket was. En aan de rechterkant zie je een verbeterde versie van deze vraag. En wat we gedaan hebben is gekeken welke voorwaarden er eigenlijk allemaal gelden voor dat asbestinventarisatierapport. En al die voorwaarden hebben we gestopt in enkelvoudige vragen. Vragen waarin we één dingetje uitvragen. En op de achtergrond bepalen wij dan of zo'n asbestinventarisatierapport nodig is of niet. Dan hoeft de gebruiker niet meer zelf te bepalen. Dus wat je ziet is dat we hier voor die situatie. Dat het mogelijk gaat om een bouwwerk wat na '94 is gebouwd, hebben we de vraag opgenomen, zit er asbest op de plek? En als dat niet het geval is, dan vragen we eigenlijk alleen nog maar wanneer dat bouwwerk is gebouwd. En als je aangeeft dat het in '94 of later is gebouwd, dan vallen we je verder helemaal niet meer lastig met vragen over een asbestinventarisatierapport." STEPHAN: "Ja, dus mensen hoeven maar één ding tegelijk te beantwoorden. In plaats van dat ze inderdaad die hele regelgeving in hun hoofd moeten proppen en dat moeten afleiden. En inderdaad, ze hoeven nu nog maar een heel klein gedeelte van die regelgeving eigenlijk te zien hier in deze vraag. En de rest blijft gewoon helemaal achterwege." JOYCE: "Ja, dat klopt. En zo hebben we dat eigenlijk voor al die situaties gedaan. Laten we er nog eentje bekijken, namelijk de situatie onder B, dat het gaat om de situatie dat er asbest in zit. En dat een particulier dat zelf wil gaan weghalen." STEPHAN: "Oké." JOYCE: "Op het scherm zie je weer aan de linkerkant de vraag en de toelichting zoals die was. En aan de rechterkant hebben we de nieuwe verbeterde vragen staan. En dat zijn niet dezelfde vragen als die we net zagen. Wat we hebben gedaan is echt gekeken of we vragen kunnen afpassen op de situatie van de gebruiker. Net hadden we een situatie waarin bekend was dat er geen asbest in zat. Laten we nu kijken naar de situatie dat er bekend is dat er asbest in zit. Dus men antwoord hier, ja, er zit asbest. In die situatie die we net hadden, 'geen asbest', hoeven we dus niet meer te bevragen. En we gaan door met vraag: wie gaat het asbest weghalen? Is dat een particulier of is dat een bedrijf? En als ik hier antwoord dat het om een particulier gaat, dan hoef ik die voorwaarden van dat bedrijf helemaal niet meer uit te vragen. En krijg ik alleen maar vervolgvragen over welk materiaal met asbest ik ga weghalen en hoeveel dat dan is. Om te bepalen of uiteindelijk die gebruiker in de bijlage een asbestinventarisatierapport moet toevoegen. Of dat we er helemaal niks meer over zeggen." STEPHAN: "Ja, ik vind het echt heel frappant, gewoon opvallend, dat je dus met hele simpele vragen ervoor kan zorgen dat dus eigenlijk het merendeel van die toelichting en de regelgeving gewoon helemaal niet meer in beeld komt. Omdat mensen dus inderdaad alleen maar focussen op het gedeelte wat afhankelijk van hun antwoorden wel relevant is. We hebben een test in de planning om deze verbeterde versie te gaan testen. Die resultaten hebben we nog niet, maar het lijkt me duidelijk dat dit gewoon veel minder mentale inspanning gaat kosten. En dat mensen gewoon veel makkelijker op die manier door die vragenbomen heen komen." Stephan en Joyce zitten weer aan tafel. JOYCE: "Stephan, we gingen het vandaag hebben over toelichtingen bij de vraag en hoe je die kunt verbeteren. Maar eigenlijk was dit nu een voorbeeld van een hele lange en complexe toelichting die eigenlijk een soort waarschuwing was, dat de vraag misschien wel veel te moeilijk was. Hoe kun je dit soort situaties nou herkennen als regelanalist?" STEPHAN: "We hebben op het scherm eigenlijk een aantal vuistregels gezet. Dus een soort signalen of rode vlaggen, en als je die tegenkomt dan moet je misschien even gaan nagaan of de toelichting op de juiste plek is of de vraag, misschien is daar iets mis mee. En het eerste punt is heel simpel, lange toelichtingen. Dus als jouw toelichting niet meer op het scherm past, dan moet je je afvragen: 'Is deze vraag wel helder gesteld?'. Is het misschien niet een samengestelde vraag of iets anders? In ieder geval, dat is gewoon een rode vlag dat je misschien terug moet naar de tekentafel." JOYCE: "Dus een te lange toelichting, maar hebben we het dan over? Een toelichting die meer dan een alinea lang is?" STEPHAN: "Ik denk dat dat een goede vuistregel is om dat als een soort bovengrens aan te houden. En als hij te lang is, ja. Dan moet je dus misschien wel weer aan de slag. Het tweede punt is meer dan één ding uitleggen. Vandaag was het natuurlijk vrij extreem, want volgens mij werden er wel twaalf of meer dingen uitgelegd in die toelichting. Dat kan gewoon niet de bedoeling zijn. Als je zoveel dingen moet uitleggen in een toelichting, dan betekent dat gewoon dat de vraag niet helder is geformuleerd en dat er dus eigenlijk misschien iets mis is met de vragenstructuur." JOYCE: "Dus dat je misschien selectievragen moet gaan stellen en dat je dus op enkelvoudige vragen uitkomt waarbij je nog maar één ding maximaal hoeft uit te leggen. Dus als ik meerdere begrippen wil gaan uitleggen, dan terug naar de vraag kijken en kijken of ik die verder op kan knippen." STEPHAN: "Ja, dat lijkt mij een goede vuistregel. En als derde. Beslisregels in toelichtingen. Vandaag was het inderdaad ook weer heel extreem, want heel veel als-dan en dit waarbij gebruikers eigenlijk die hele beslisboom in die toelichting moesten gaan aflopen en dan met een ja/nee antwoord moesten komen. Die logica moet in principe in de vragen zitten en niet verstopt in de toelichting zelf." JOYCE: "Ja, dat hebben we net heel duidelijk gezien." STEPHAN: "Ja, precies. Als vierde, technisch en juridisch jargon. In principe de basis moet gewoon zijn: begrijpelijke taal. Dus gewoon taal die iedereen in Nederland min of meer begrijpt. Natuurlijk kan het soms nodig zijn om een technisch of een juridisch begrip uit te leggen maar dat moet gewoon in de context zijn van begrijpelijke taal. Dus dat moet zeg maar de uitzondering zijn. Het is niet de bedoeling dat we hele lappen juridische tekst aan mensen gaan voorleggen. En dat gebruikers eigenlijk een soort van juristje moeten gaan spelen." JOYCE: "Dus als ik een juridisch of een technisch begrip ga uitleggen in de toelichting. Dan moet ik eigenlijk zelfs nog een keertje een stapje terug doen. Is er niet een mogelijkheid om te voorkomen dat ik een initiatiefnemer dat soort begrippen voorschotel." STEPHAN: "Ja, zeker. Dus als je eigenlijk de vraag zo kan formuleren dat dat hele begrip verdwijnt, dat is natuurlijk het mooiste. Maar soms is het natuurlijk gewoon eigenlijk min of meer noodzakelijk om een begrip wel uit te leggen. En dat is in principe ook helemaal geen probleem. Daar moet ook ruimte voor zijn. Alleen het moet niet teveel gebeuren. We hebben het in het begin natuurlijk gehad over systeem 1 en systeem 2. Systeem 1, dat zijn de beslissingen die je automatisch kunt doen op basis van parate kennis die je hebt. Daar hoef je verder niet over na te denken. Dat is in principe het ideaal. Maar systeem 2, dat mogen we ook gewoon gebruiken in situaties die erom vragen. Dus als het bijvoorbeeld gaat over een veiligheidsaspect. Of inderdaad een technisch begrip wat moet uit worden gelegd. Het is alleen, we moeten dat niet teveel gebruiken, want we weten dat dat vermoeiend is. En als we dat heel veel gaan inzetten, dat mensen gewoon de handdoek in de ring gooien of vragen gaan afraffelen omdat ze de mentale energie niet meer hebben." JOYCE: "Dat is voor mij als regelanalist meer de uitdaging om te kijken of ik zoveel mogelijk vragen kan opstellen die met systeem 1 te beantwoorden zijn." STEPHAN: "Ja, zeker. Dat zou het gewoon het mooist zijn als alle vragen met systeem 1 te beantwoorden zijn. Maar systeem 2 mag ook gewoon worden aangesproken, alleen niet de hele tijd." JOYCE: "Oké." STEPHAN: "Het is best een uitdaging." JOYCE: "We hadden het net over die lange toelichting bijvoorbeeld. Een toelichting die niet meer dan één alinea is. Dat is best wel hartstikke moeilijk. En wat zet ik daar dan wel in en wat zet ik daar dan niet in? " STEPHAN: "Dat wordt het onderwerp van onze volgende aflevering. Dus de vraag 'wanneer zet je toelichtingen in?' 'Wanneer niet?' En ook vooral, hoe maak je heldere en bondige toelichtingen in begrijpelijke taal. En misschien hier en daar een technisch of juridisch begrip." JOYCE: "Ik ben heel benieuwd. Heb je vragen of reacties naar aanleiding van deze aflevering van de vodcast? Zet die dan op de Pleio-omgeving voor regelanalisten onder het bericht over deze aflevering. Of stuur ze in naar het vragenformulier van de IPLO-helpdesk. En dan komen we daarop terug. Stephan, tot de volgende keer." STEPHAN: "Tot de volgende keer." Wit vlak met daarop het logo van Informatiepunt Leefomgeving, iplo.nl