Beste mensen, zonder vraag is er geen antwoord, en zonder twijfel geen verwondering. Dat is de basis van wetenschap. Vandaag staat voor jullie in het teken van een zoektocht naar een antwoord op ambitieuze vragen. Hoe ziet het vak van wetenschapper er in 2030 uit? Hoe moeten de wetenschappers beoordeeld en beloond worden? Ik waardeer het enorm dat jullie gezamenlijk de handen ineen slaan om hiermee aan de slag te gaan en daarbij ook nadenken over concrete veranderingen. Bijvoorbeeld over de criteria waarop wetenschappers bij subsidieaanvragen worden gewaardeerd. Nederland is een voorloper in deze discussie en daar mogen we trots op zijn. Als minister van wetenschap vind ik het belangrijk dat dit gesprek gevoerd wordt. Wetenschappers worden op dit moment nog te veel beoordeeld op het aantal publicaties, de hoogte van de impactfactor en het aantal binnengehaalde beurzen. En dat is een te beperkte kijk op wetenschappelijke kwaliteit. Het zegt te weinig over de feitelijke kwaliteit en relevantie van het onderzoek. Bovendien sluiten deze criteria niet aan bij alle wetenschapsgebieden. Hoe waarderen we bijvoorbeeld goede samenwerking, of activiteiten op het gebied van Open Science? Er moet ook waardering zijn voor het geven van onderwijs, voor maatschappelijke impact en het tonen van academisch leiderschap. Ik steun jullie ambities dan ook van harte, en ze moeten wat mij betreft internationale navolging krijgen. Daarom wil ik deze veranderingen samen met jullie uitdragen in Europa en daarbuiten. Beste mensen, ga de confrontatie aan met het onbekende, met het onzekere. Dat zei Karl Popper al destijds, en jullie doen dat vandaag. Ik wens jullie daarbij veel plezier en veel inspiratie toe. Dank jullie wel.